maandag 26 juni 2017

Running with the hippies - V3K 2017

I planned on running Grand Trail des Lacs et Chateaux a few weeks ago, but hay-fever and infected sinuses decided otherwise. I spent that weekend sulking around the house, so when Matthijs texted me to ask if I knew the V3K and would be interested in joining, it didn't take long before I was registred. I first heard of V3K from Chloe, one of the founders, who I met at Bello Gallico in December last year. The race in Snowdonia covers all 15 Welsh summits over 3000ft (roughly 1000m), combining for 55k and 4000m elevation. It also includes fun scrambles like Crib Goch and Tryfan, several scree descents and other goodies you won't find in Belgium.

There are three sections in the route, Snowdon, the Glyders and the Carneddau, with 2 aid-stations in between. Thankfully, the first part is the most technical, and the final part actually included some runable stretches.

The HQ for the weekend is located in Hendre Hall, Bangor, a beautiful old farm with attached buildings and a field for camping next to it.

Hendre Hall
On my way over to London, the Eurostar stopped in Calais. Around are green fields, with a small village at the horizon, surviving two world wars and probably countless other conflicts. The railway station and the tracks have barbed wire around them and military is clearly present. Times have changed. Or not. I guess there's just a whole lot of stuff which is going wrong, throughout history and today, although we have the ability to choose otherwise. One of the people who chooses to have a positive impact is Kirsch, by organizing a vegan race. During the briefing Saturday evening, she doesn't say much about ethical veganism, just shows a few self-explaining pictures. The message is so simple no arguments are needed. And this weekend shows to all participants you do not need animals, and the efficient-hence-cruel meat-processing industry for nutrition.

Next morning, the race starts at 5am. When the race starts at dawn on one of the longest days of the year, yet a headlight is on the mandatory gear list for "only" 55k, you know you might be in for a though day. The combination of elevation, technicality and condition of the paths make Snowdonia a lot harder then you might expect when looking at the numbers or at the map.

Midgies at the start
So, after a short night we were off to Snowdon. Obviously a long climb, along one of the nicer routes up. As all the other times, I went up to the orientation table to take a foggy picture.
Classic view at Snowdon summit
After Snowdon, the descent followed Crib Goch. The views are probably spectacular, but the fog had the advantage I couldn't see the drop on either side. The last part of the descent was over scree, on which I did my best to avoid falling and keeping in control, but failed miserably. Good fun though!




 

 

After the first aid station with all necessities, there was a long, seemingly never-ending grassy climb to the Glyders. Once on the plateau, the fog was so dense that eventhough there were waymarkings every 10-20 m, it was difficult to keep on course. After another scree descent, we went up Tryfan, took a look at Adam&Eve (one day!) and descended yet another scree.

Summit of Elidir Fawr


The aid station at Ogwen was everything I could hope for and more. Sandwiches, soup, pastries, apple-juice... the list goes on.
Next up where the Carneddau, which have a different character than the previous parts. Less spectacular, more featureless, less elevation and easy to get lost.

Looking back on Tryfan and the Glyders





After more then 11h I was quite happy to hear the last volunteer (who saw me struggling to close the gate) say I was almost at the finish.


The V3K organization knows what's important for runners. The showers were perfect, there was plenty of great food, and there was a guy baking fresh pizza's. I'm a strong believer that everyone should take up running, if only to know the taste of pizza afterwards.


Thanks to all those volunteers (hard as nails), fellow-runners, people at home, Matthijs, Chloe and Kirsch for a weekend I'll never forget. See you next year!


http://www.vegan-welsh-3000s.co.uk/

maandag 17 april 2017

Wales - (not so) fast-packing door Snowdonia


Met het geslaagde fastpack experiment in Luxemburg achter de rug, was het moment gekomen om met dezelfde set-up naar Wales te gaan. Gezien de combinatie familiebezoek, logistieke eenvoud, en gewoon erg leuke route, koos ik opnieuw voor Conwy - Barmouth (±100k en 9000hm), daarbij over de hoogste toppen lopend. Achtereenvolgens ga ik via Drum over de Carneddau, de Glyders, Snowdon, de Moelwyns, langs Trawsfynydd Reservoir, een reeks naamloze toppen tot aan Clip, de Rhinogs, om daarna via een lange heuvelrug naar Barmouth af te dalen (het toeristisch centrum in Barmouth is overigens sinds vorig jaar gesloten wegens besparingen).

Ik geef in dit verslag nog wat alternatieven op de door mij gevolgde route voor diegenen die in scramblen geïnteresseerd zijn. Ik beperk me tot de eenvoudige scrambles waar ik zelf ervaring mee heb. Meer info en tal van andere routes zijn te vinden in Steve Ashton's "Scrambles in Snowdonia". 



Met de trein ben je behoorlijk snel in Conwy (het uurverschil helpt daar ook mee) en kan je om 14u30 op pad. Ik ben de voorbije tien jaar best regelmatig in Wales geweest, maar zo'n weer als vandaag heb ik nog maar zelden gezien. 20gr in de vallei, een graad of 5 boven op de Carneddau, perfect zicht...

De eerste namiddag en avond loop ik Drum en de Carneddau over om in de buurt van Llyn Ogwen, tussen de Carneddau en de Glyders te overnachten, goed voor een kleine 30k en 1800 hoogtemeters. 
Het eerste traject is eenvoudig, zowel op vlak van navigatie als terrein, maar bevat, net zoals de ganse route, behoorlijk wat hoogtemeters. 

Terugkijkend op Carnedd Llewellyn
Veel scrambles zijn er niet op de Carneddau, maar vanop de pas tussen Carnedd Llewellyn en Carnedd Dafydd kan je de vallei westwaards ingaan om via een korte en eenvoudige scramble Crib Lem te volgen tot op de top van Carnedd Dafydd.
Uitzicht vanop Carnedd Dafydd op de Glyders en Snowdon

Tryfan, Glyder Fach, Glyder Fawr en Snowdon
De eerste 28km gingen erg vlot, en aangezien ik pas laat op de dag in de buurt van de hoogste toppen kom, heb ik ze voor mij alleen. De afdaling van de Carneddau via Pen yr Ole Wen gaat echter een heel stuk moeizamer... De vorige keren ben ik telkens afgedaald door vanop Pen yr Ole Wen naar het oosten af te buigen (mooie bivakplaats aan Ffynnon Lloer), maar deze keer heb ik de route genomen die in de buurt van de parking ten westen van Llyn Ogwen uitkomt. Misschien was het omdat het al bij de start van de afdaling aan het schemeren was, maar veel van het pad heb ik niet gezien, waardoor ik het volgende uur over een door heide overgroeid blokkenveld heb geploeterd, af en toe wegzakkend in de bogs. Croeso y Cymru! Gelukkig is het bijna volle maan en een wolkenloze hemel, waardoor ik onder het maanlicht verderga en mijn tarp kan opzetten.


De volgende dag klim ik eerst tot Bwlch Tryfan, om vandaar naar Glyder Fach (kleine Glyder), Glyder Fawr (grote Glyder) en Snowdon over te lopen (23k / 2000hm). Een alternatief om tot aan Bwlch Tryfan te komen is de Tryfan North Ridge volgen, waarmee je die kam van noord naar zuid oversteekt. Op Bwlch Tryfan heb je dan weer aansluiting op Bristly Ridge waarmee je op Glyder Fach uitkomt, zodat je twee van de meest toegankelijke en populaire scrambles kunt combineren met een meerdaagse trekking.

Llyn Bochlwyd
De afdaling van Glyder Fawr is padloos over zompig mos, waar ik opnieuw niemand tegenkom. Het contrast met Pen-y-Pass, de belangrijkste uitvalsbasis om Snowdon op te lopen, op een zonnige zaterdagochtend, kon dan ook moeilijk groter zijn. "Druk" is vaak relatief in de bergen, maar niet op dit moment. Het was mijn bedoeling om eindelijk eens scramblend langs Crib Goch naar boven te gaan, maar gezien de drukte kies ik ervoor deze berg zo snel mogelijk op en af te lopen via de Pyg Track (de Miner's Track is een stuk meer geërodeerd en minder mooi). Ook de afdaling via de minder gekende Rhyd Ddu is veel te druk naar mijn zin. Ik hou er een wat dubbel gevoel aan over. Uiteraard ben ik er volledig voor dat mensen de bergen intrekken, en als iedereen naar één berg toegaat, wil dat zeggen dat de andere bergen er nog steeds verlaten bij liggen. Als je langs de andere kant ziet welke erosie dat veroorzaakt en hoeveel afval er op Snowdon Summit achterblijft, mag er best wat meer respect zijn.

Maar gelukkig is er een erg groot verschil tussen Snowdon, de Glyders en de omliggende toppen, en alles wat ten zuiden daarvan ligt. Eens je Glaslyn voorbij bent, stoppen de paden voor een groot deel en wordt het karakter ruiger, hoewel de heuvels minder hoog zijn.

Aan de zuidkant van de vallei van Glasyn zijn er, eens voorbij de laatste boerderij, tal van mooie en beschutte bivakplekjes. Gezien de hoeveelheid schapen dat hier rondloopt lijkt het me wel aan te raden om water te filteren, hoewel ik zelf niet die gewoonte heb en daar nog geen nadelige gevolgen van heb ondervonden.

Bivak Glaslyn
De volgende dag is het weer terug typisch Welsh: mist en wind, wat er niet op betert naarmate de dag vordert. 
's Ochtends kan ik Moelwyn Fawr nog zien
Na een wild stukje moors kom ik in het bizarre Rhosydd aan, een verlaten dorp waar tussen 1830 en 1948 leisteen ontgonnen werd. 

Rhosydd
Eens voorbij Rhosydd is het een grassige klim naar de ronde top van Moelwyn Fawr, waar ik bijna vanaf waai. 

Moelwyn Fawr
Van de top van Moelwyn Fawr is het padloos afdalen in de mist en kom je op een mooie brede graat tussen Moelwyn Fawr en Moelwyn Fach. Tussen die twee daal je opnieuw af, eerst naar het stuwmeer Llyn Stwlan, dan naar Maentwrog tot aan de oevers van het kunstmatige meer Llyn Trawsfynydd, waar ik na 19km en 1200hm mijn tarp uitzet. Het waait er best stevig, maar de Trailstar staat bomb-proof.

Bivak langs Llyn Trawsfynydd
Van Trawsfynydd begint een erg leuke route over een reeks heuveltoppen die elk rond de 600m zijn. 

Reeks topjes met op het einde Rhinog Fawr
Veel paden zijn hier niet, dus hier en daar is het wat zoeken naar het beste traject. De laatste van de reeks topjes is Clip. Je kan deze tot op het einde volgen en daar door de heide afdalen, wat gemakkelijker klinkt dan het is. Een stuk eenvoudiger is het om vanuit het laatste zadel (net voor Clip dus) afdalen naar Bwlch Gwylim, vanwaar je een pad kan volgen tot de Cwm Bychan. Op de kaart staat een camping aangegeven, maar de voorzieningen zijn beperkt tot een grasveld en een houten kistje om geld in te stoppen. Vanaf Cwm Bychan volg ik de Roman Steps (die niet Romeins zijn) om die op hun hoogste punt te verlaten en verder te klimmen tot op de top van Rhinog Fawr. Het afdalen van Rhinog Fawr is niet altijd even duidelijk, kan best steil zijn en neemt behoorlijk wat tijd in beslag. 


De eenvoudigste afdaling van Rhinog Fawr mij bekend
Eens je Rhinog Fach voorbij bent, volgt het pad de heuvelrug tot in Barmouth, wat betekent dat er weinig water te vinden is. Llyn Cwm Hosan is een mooie bivakplaats en mijn eindpunt na 25k en 2000hm.

Stukje afdaling van Rhinog Fawr

Llyn Cwm-Hason met zicht op Rhinog Fawr

Llyn Cwm Hason

Vanaf Llyn Cwm Hason is het de volgende ochtend nog een kleine 20km en 700hm tot in Barmouth. Ik heb de afgelopen dagen toch een hongertje opgebouwd, en 3u later zit ik te smullen van een uitgebreid English breakfast.

Nog wat bedenkingen ivm fastpacken:

Op trekking probeer ik altijd zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn, zodat ik de reis niet hoef te onderbreken met winkelen e.d. Dat betekent dat bij de start van deze tocht mijn rugzak rond de 12kg zat, waarvan 4 - 5kg eten voor vier avonden (2p gevriesdroogde maaltijden/d), vier ontbijten (100g havermout/d), drie stevige wandeldagen (voornamelijk Clif bars en graanrepen) en wat luxe-items (thee, chocolademelk, koffie en pindanoten). Dat gewicht is, in combinatie met de ruwheid of het ontbreken van de paden en de hoogtemeters, te zwaar gebleken om lange stukken in looppas af te werken. Eens mijn rugzak terug rond de 10kg zat, of er een duidelijk pad beschikbaar was, ging mijn snelheid opnieuw de hoogte in. De combinatie van zelfvoorziening en gevoel van vrijheid dat je kan ervaren als je kan rennen door de bergen is dus wel mogelijk, maar niet evident bij meerdaagse tochten over ruw terrein (duh!) en gezien het gewicht misschien beperkt tot 3-daagse tochten.

Daarnaast is mijn zoektocht naar de ideale schoen nog niet afgerond. Ditmaal droeg ik de TNF Ultra Endurance, een (voor mij) erg goede, redelijk snel drogende loopschoen met voldoende grip op diverse ondergrond (maar 2x onderuit gegaan op 4d vind ik wel een succes). Gezien de zompigheid van grote delen van de route waren mijn voeten voortdurend nat. Met Injini sokken heb ik gelukkig niet snel last van blaren, maar drogere voeten waren vooral warmer geweest. Er bestaat ook een MT versie van TNF Ultra Endurance die waterbestendiger en het bekijken waard is. Anders wordt het toch een A-wandelschoen waar mee te lopen valt.

zaterdag 18 maart 2017

Fastpacking - Lee Trail en een klein stukje Eisleck

Na de Bello Gallico 80 in december - en toegegeven, op dit moment nog steeds - leek het me een prima idee om een 100-mijler te gaan lopen. 2017 zal dan ook min of meer in het teken van mijn poging tot het volbrengen van The Great Escape staan, een trail van 160km en een slordige 7000 hoogtemeters van Ettelbrück naar La Roche-en-Ardenne in september. De wedstrijd (tegen mezelf, laten we wel wezen) wordt mogelijk gemaakt door de geweldige vrijwilligers en organisatoren van de Legends Trails. Rond de LT heeft zich intussen een heuse trail community ontwikkeld, dus in goede handen ben je daar zeker. En tot september is nog een hele tijd om te trainen, dus er kan nog maar weinig mis gaan, niet?

Een eerste stap in de goede richting (er zullen er nog wat mogen volgen om dit te overleven) zou alvast terreinverkenning kunnen zijn, reden voor een weekendje fastpacken in Luxemburg dus!

De Great Escape loopt grotendeels gelijk met de Escapardenne trail. De Escapardenne bestaat uit twee delen, nl. de Lee Trail van Ettelbrück naar Kautenbach (53km), en de Eisleck Trail van Kautenbach naar La Roche-en-Ardenne, goed voor nog eens 104km. Als verkenning loop ik eerst de Lee Trail, om de tweede dag de Eisleck Trail te volgen tot Clervaux, waarmee ik er op twee dagen een 75-tal km en 3000 hoogtemeters op zal hebben zitten.

Naast de terreinverkenning voor The Great Escape, is dit ook een eerste mogelijkheid om te experimenteren met fastpacken. Fastpacken bevindt zich in die erg interessante grijze zone tussen lopen en trekking. Daarbij ga je met een zo licht mogelijke uitrusting meerdere dagen trails op, en gezien het beperkte gewicht kan je je sneller en langer voortbewegen.
Van de andere kant bekeken, het lopers-perspectief, neem je een ellendig zware rugzak mee waar alles in zit om te overnachten om de dag erna uitgerust je veters te kunnen strikken en weer verder te gaan.
Ik heb het goede voornemen om in een volgende post meer in detail toe te lichten welke spullen ik zoal meeneem, dus maak me er hier vanaf dat mijn rugzak rond de 9kg weegt. Daarin zit een warme overnachtingsplaats (MLD TS), kookgerief (Esbit) en voldoende eten om 2 dagen op voor te bewegen.



Vrijdagochtend neem ik rond 7u de trein naar Ettelbrück, waar ik iets na 10u aankom. Het erg zachte lenteweer blijft nog even hangen, en ik kan de ganse dag in korte broek en t-shirt rondhossen, zonder me kapot te zweten. 's Avonds werd het zomeravond-fris, heerlijk om in te lopen.

Het begin van de route is wat twijfelachtig, maar hoe verder ik Ettelbrück achter me laat, hoe mooier het parcours wordt. Veel single trails halverwege de valleiwand, zowat het leukste wat je in de Ardennen kan vinden. En als variatie brede boswegen waarop je dan weer goed vooruit kan gaan (nu ja, de rugzak remt natuurlijk serieus af).

Ik probeer nog voor het donker wordt in Kautenbach te geraken, maar vooraleer ik aan de laatste afdaling begin moet ik mijn zaklamp toch bovenhalen.  De camping blijkt nog een goeie kilometer van het centrum te liggen, maar gelukkig in de goede richting langs de Eisleck trail. Ik kom wat verwaaid binnen in de taverne,  en wat later kan ik genieten van een deftige maaltijd.

De start bij Mr. Patton

Niet bepaald winterse condities

Bladerige single-trail






Die nacht waait en regent het stevig, maar de Trailstar blijft bomb-proof staan. Bemoedigend!

De volgende ochtend regent het gestaag verder, en kost het best wat moeite om mijn loopkleren van de vorige dag (die ook nog niet helemaal droog zijn) opnieuw aan te trekken. Niet te veel nadenken, niet zeuren, rugzak inpakken en op pad gaan, we zijn hier immers niet op vakantie, toch? Na een half uurtje wordt het wat droger, hoewel het de rest van de route zal blijven regenen.

De Trailstar in Kautenbach

Nog single trail

De auteur van dit verhaal (met zijn nieuw paar sokken)


Windmolen in de mist

Clairvaux


Mocht het weer wat meegezeten hebben, had ik verder tot in Troisvierges  gelopen, een 15km verderop. De bedoeling van dit weekend was het fastpacking idee in praktijk om te zetten, een stukje Great Escape te ontdekken, en natuurlijk trainen en simpelweg buiten zijn. Dus alles samengenomen, meer dan geslaagd!

Logistiek was deze route wel erg gemakkelijk, aangezien de Lee Trail en de Eisleck Trail (tot aan Troisvierges) de spoorlijn Luik - Luxemburg volgt. Tussen Troisvierges en Ettelbrück zijn er een stuk of vijf stationnetjes, waar om de twee uur een trein naar Luik passeert.

Links
Legends Trails: http://www.legendstrails.com/en/
Escapardenne: http://www.trekkings.be/
http://www.escapardenne.eu/

zondag 5 maart 2017

TransGranCanaria 2017

Op Gran Canaria gaat jaarlijks de TransGranCanaria door, een loopwedstrijd van 125k en 8000 hoogtemeters waarbij je het eiland helemaal oversteekt. Er zijn die week ook enkele kortere wedstrijden van 17k, 30k, 42k en 82k. Voor de liefhebbers is er dan nog een draak van 265k en 16.500 hoogtemeters, waar je - incl eten en slapen, max 101u over mag doen.

Aangezien ik nog een rookie ben in ultra-land, heb ik me voor de Advanced ingeschreven. Die volgt de laatste 82k van de 125k, maar start wat hoger in de bergen. Die afstand heb ik in december al gelopen op de Bello Gallico, maar de hoogtemeters (volgens de organisatie 4300) doen me vermoeden dat ik er wel een voldaan gevoel aan zal overhouden. Als ik de finish in Maspalomas al haal tenminste.



Ik reis een paar dagen op voorhand vanuit een miezerig België naar Gran Canaria. Op de vlucht van Madrid naar Gran Canaria zitten behoorlijk wat lopers, die eenvoudig te herkennen zijn aan hun Suunto of Garmin. Eens geland, word ik door ik door zon, palmbomen en cactussen à volonté begroet en neem mijn intrek in mijn bungalow met verwarmd zwembad in Maspalomas op een paar km van de finish en het hoofdkwartier van de race.

Donderdag ga ik een eindje loslopen, waarbij ik mijn startnummer ophaal en langs de Dunas de Maspalomas loop. Het was de bedoeling om het laatste stuk van de route even te verkennen, maar als ik zie dat ik toch weer tegen de 10k ga uitkomen, besluit ik terug naar mijn strandzetel te gaan. We zullen het parcours zaterdag wel tegenkomen.


Vrijdag doe ik mijn uiterste best om stil te zitten. Ik ga nog even naar de aankomst van de marathon kijken, waar ik Frank (ook 82) en Ingo (125) tegenkom. Hun reisgezel Sanne heeft zonet de marathon gelopen, waarvan de helft met een gebroken hand. Volgens mij had ze zelfs met een gebroken voet niet geplooid en de finish gehaald.

De nacht is best kort als je om 2u mag opstaan om de bus naar de start te nemen, maar ik kan gelukkig toch een paar uurtjes slapen. Om 7u staan we met 475 aan de start in Fontanales om aangemoedigd door de locale big-band eindelijk te mogen starten.


Omdat het parcours al snel op een single trail overgaat, is het na 500m aanschuiven. Niet iedereen heeft zin in al dat wachten, en zo zie ik Ingo (die er dan al 8 nachtelijke loopuren op heeft zitten) tussen de cactussen en aloë vera's de berg af en mensen voorbij schuiven.

Van de eerste 15k ben ik eerlijk gezegd niet danig onder de indruk, en ik begin me wat te ergeren aan de drukte, de lege gelletjes op de grond etc. Gelukkig verandert dat volledig eens we Teror na 14km passeren. Teror is, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, erg gezellig. Het souvenir-marktje sla ik maar over, en daarna ben ik de drukte voorbij. Vanaf de volgende bevoorrading Cruce d' Aríñez kan het feest pas echt beginnen. Steil bergop, waarna we in een koude wolk terecht komen. Ik schat dat het daar zo'n graad of 5 is en haal mijn regenjasje toch maar boven.


Tijdens de afdaling naar Tejeda begint het op te klaren, en krijgen we de eerste uitzichten. In Tejeda werk ik wat brood, kaas en thee naar binnen alvorens aan de lange klim te beginnen, eerst via Roque Nublo naar Garañón, dan naar het hoogste punt van het eiland, Picos de las Nieves. Trouwens, die bevoorradingen waren er om de pakweg 10k, telkens net voor een klim zodat je daar ietwat uitgerust aan kan starten. Zonder uitzondering geweldig vriendelijke en behulpzame vrijwilligers. Er was ook voldoende afwisseling op vlak van eten. De ene keer brood met kaas, dan weer brood met Iberico ham. In Garañón was er pasta voorzien, en op de voorlaatste stop kregen we paëlla. Een sneukelroute in de bergen dus.

Roque Nublo, de wolkenrots

Roque Nublo met Tenerife aan de horizon
In Garañón krijgen we een bordje pasta (un poco mas?), Iberico-ham en applaus van de locale supporters.




Vanaf Garañón loop ik vooral alleen. Hoewel ik nog maar halverwege ben, voel ik dat het goed zit en zijn de zenuwen en twijfels van het begin van de wedstrijd en de voorgaande dagen volledig weg. Van de ochtendspits is er ook niets meer te merken, de route lijkt steeds mooier te worden... Enfin, 't is plezant. 


Na Picos de las Nieves volgen er enkele lange afdalingen, eerst naar Tunte, dan naar Ayagaures. Aangezien dit uiteindelijk toch een loopwedstrijd is, probeer ik wat snelheid te maken, wat behoorlijk stevig op de quads pakt. Maar wanneer ik in Ayagaures met nog maar 20k te gaan nog een bordje paëlla onder mijn neus geschoven krijg voel ik dat dit wel goed komt.








Het einde van de wedstrijd valt voor mij samen met en het einde van de dag. Ik probeer nog even wat tempo te maken zodat ik het laatste moeilijkere stuk over de rivierbedding bij daglicht kan passeren, maar gelukkig viel dat ook nogal mee.





Na 82k, 4300m, 12u40min en een keer of 436x "gracias!" kom ik behoorlijk gaar, maar erg voldaan aan in Maspalomas, waar er meteen een medaille rond mijn nek gehangen wordt en ik een fris pintje in mijn handen geduwd krijg. Enorm genoten van deze dag, niet in het minst door de geweldige vrijwilligers en de enthousiaste supporters.