maandag 17 april 2017

Wales - (not so) fast-packing door Snowdonia


Met het geslaagde fastpack experiment in Luxemburg achter de rug, was het moment gekomen om met dezelfde set-up naar Wales te gaan. Gezien de combinatie familiebezoek, logistieke eenvoud, en gewoon erg leuke route, koos ik opnieuw voor Conwy - Barmouth (±100k en 9000hm), daarbij over de hoogste toppen lopend. Achtereenvolgens ga ik via Drum over de Carneddau, de Glyders, Snowdon, de Moelwyns, langs Trawsfynydd Reservoir, een reeks naamloze toppen tot aan Clip, de Rhinogs, om daarna via een lange heuvelrug naar Barmouth af te dalen (het toeristisch centrum in Barmouth is overigens sinds vorig jaar gesloten wegens besparingen).

Ik geef in dit verslag nog wat alternatieven op de door mij gevolgde route voor diegenen die in scramblen geïnteresseerd zijn. Ik beperk me tot de eenvoudige scrambles waar ik zelf ervaring mee heb. Meer info en tal van andere routes zijn te vinden in Steve Ashton's "Scrambles in Snowdonia". 



Met de trein ben je behoorlijk snel in Conwy (het uurverschil helpt daar ook mee) en kan je om 14u30 op pad. Ik ben de voorbije tien jaar best regelmatig in Wales geweest, maar zo'n weer als vandaag heb ik nog maar zelden gezien. 20gr in de vallei, een graad of 5 boven op de Carneddau, perfect zicht...

De eerste namiddag en avond loop ik Drum en de Carneddau over om in de buurt van Llyn Ogwen, tussen de Carneddau en de Glyders te overnachten, goed voor een kleine 30k en 1800 hoogtemeters. 
Het eerste traject is eenvoudig, zowel op vlak van navigatie als terrein, maar bevat, net zoals de ganse route, behoorlijk wat hoogtemeters. 

Terugkijkend op Carnedd Llewellyn
Veel scrambles zijn er niet op de Carneddau, maar vanop de pas tussen Carnedd Llewellyn en Carnedd Dafydd kan je de vallei westwaards ingaan om via een korte en eenvoudige scramble Crib Lem te volgen tot op de top van Carnedd Dafydd.
Uitzicht vanop Carnedd Dafydd op de Glyders en Snowdon

Tryfan, Glyder Fach, Glyder Fawr en Snowdon
De eerste 28km gingen erg vlot, en aangezien ik pas laat op de dag in de buurt van de hoogste toppen kom, heb ik ze voor mij alleen. De afdaling van de Carneddau via Pen yr Ole Wen gaat echter een heel stuk moeizamer... De vorige keren ben ik telkens afgedaald door vanop Pen yr Ole Wen naar het oosten af te buigen (mooie bivakplaats aan Ffynnon Lloer), maar deze keer heb ik de route genomen die in de buurt van de parking ten westen van Llyn Ogwen uitkomt. Misschien was het omdat het al bij de start van de afdaling aan het schemeren was, maar veel van het pad heb ik niet gezien, waardoor ik het volgende uur over een door heide overgroeid blokkenveld heb geploeterd, af en toe wegzakkend in de bogs. Croeso y Cymru! Gelukkig is het bijna volle maan en een wolkenloze hemel, waardoor ik onder het maanlicht verderga en mijn tarp kan opzetten.


De volgende dag klim ik eerst tot Bwlch Tryfan, om vandaar naar Glyder Fach (kleine Glyder), Glyder Fawr (grote Glyder) en Snowdon over te lopen (23k / 2000hm). Een alternatief om tot aan Bwlch Tryfan te komen is de Tryfan North Ridge volgen, waarmee je die kam van noord naar zuid oversteekt. Op Bwlch Tryfan heb je dan weer aansluiting op Bristly Ridge waarmee je op Glyder Fach uitkomt, zodat je twee van de meest toegankelijke en populaire scrambles kunt combineren met een meerdaagse trekking.

Llyn Bochlwyd
De afdaling van Glyder Fawr is padloos over zompig mos, waar ik opnieuw niemand tegenkom. Het contrast met Pen-y-Pass, de belangrijkste uitvalsbasis om Snowdon op te lopen, op een zonnige zaterdagochtend, kon dan ook moeilijk groter zijn. "Druk" is vaak relatief in de bergen, maar niet op dit moment. Het was mijn bedoeling om eindelijk eens scramblend langs Crib Goch naar boven te gaan, maar gezien de drukte kies ik ervoor deze berg zo snel mogelijk op en af te lopen via de Pyg Track (de Miner's Track is een stuk meer geërodeerd en minder mooi). Ook de afdaling via de minder gekende Rhyd Ddu is veel te druk naar mijn zin. Ik hou er een wat dubbel gevoel aan over. Uiteraard ben ik er volledig voor dat mensen de bergen intrekken, en als iedereen naar één berg toegaat, wil dat zeggen dat de andere bergen er nog steeds verlaten bij liggen. Als je langs de andere kant ziet welke erosie dat veroorzaakt en hoeveel afval er op Snowdon Summit achterblijft, mag er best wat meer respect zijn.

Maar gelukkig is er een erg groot verschil tussen Snowdon, de Glyders en de omliggende toppen, en alles wat ten zuiden daarvan ligt. Eens je Glaslyn voorbij bent, stoppen de paden voor een groot deel en wordt het karakter ruiger, hoewel de heuvels minder hoog zijn.

Aan de zuidkant van de vallei van Glasyn zijn er, eens voorbij de laatste boerderij, tal van mooie en beschutte bivakplekjes. Gezien de hoeveelheid schapen dat hier rondloopt lijkt het me wel aan te raden om water te filteren, hoewel ik zelf niet die gewoonte heb en daar nog geen nadelige gevolgen van heb ondervonden.

Bivak Glaslyn
De volgende dag is het weer terug typisch Welsh: mist en wind, wat er niet op betert naarmate de dag vordert. 
's Ochtends kan ik Moelwyn Fawr nog zien
Na een wild stukje moors kom ik in het bizarre Rhosydd aan, een verlaten dorp waar tussen 1830 en 1948 leisteen ontgonnen werd. 

Rhosydd
Eens voorbij Rhosydd is het een grassige klim naar de ronde top van Moelwyn Fawr, waar ik bijna vanaf waai. 

Moelwyn Fawr
Van de top van Moelwyn Fawr is het padloos afdalen in de mist en kom je op een mooie brede graat tussen Moelwyn Fawr en Moelwyn Fach. Tussen die twee daal je opnieuw af, eerst naar het stuwmeer Llyn Stwlan, dan naar Maentwrog tot aan de oevers van het kunstmatige meer Llyn Trawsfynydd, waar ik na 19km en 1200hm mijn tarp uitzet. Het waait er best stevig, maar de Trailstar staat bomb-proof.

Bivak langs Llyn Trawsfynydd
Van Trawsfynydd begint een erg leuke route over een reeks heuveltoppen die elk rond de 600m zijn. 

Reeks topjes met op het einde Rhinog Fawr
Veel paden zijn hier niet, dus hier en daar is het wat zoeken naar het beste traject. De laatste van de reeks topjes is Clip. Je kan deze tot op het einde volgen en daar door de heide afdalen, wat gemakkelijker klinkt dan het is. Een stuk eenvoudiger is het om vanuit het laatste zadel (net voor Clip dus) afdalen naar Bwlch Gwylim, vanwaar je een pad kan volgen tot de Cwm Bychan. Op de kaart staat een camping aangegeven, maar de voorzieningen zijn beperkt tot een grasveld en een houten kistje om geld in te stoppen. Vanaf Cwm Bychan volg ik de Roman Steps (die niet Romeins zijn) om die op hun hoogste punt te verlaten en verder te klimmen tot op de top van Rhinog Fawr. Het afdalen van Rhinog Fawr is niet altijd even duidelijk, kan best steil zijn en neemt behoorlijk wat tijd in beslag. 


De eenvoudigste afdaling van Rhinog Fawr mij bekend
Eens je Rhinog Fach voorbij bent, volgt het pad de heuvelrug tot in Barmouth, wat betekent dat er weinig water te vinden is. Llyn Cwm Hosan is een mooie bivakplaats en mijn eindpunt na 25k en 2000hm.

Stukje afdaling van Rhinog Fawr

Llyn Cwm-Hason met zicht op Rhinog Fawr

Llyn Cwm Hason

Vanaf Llyn Cwm Hason is het de volgende ochtend nog een kleine 20km en 700hm tot in Barmouth. Ik heb de afgelopen dagen toch een hongertje opgebouwd, en 3u later zit ik te smullen van een uitgebreid English breakfast.

Nog wat bedenkingen ivm fastpacken:

Op trekking probeer ik altijd zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn, zodat ik de reis niet hoef te onderbreken met winkelen e.d. Dat betekent dat bij de start van deze tocht mijn rugzak rond de 12kg zat, waarvan 4 - 5kg eten voor vier avonden (2p gevriesdroogde maaltijden/d), vier ontbijten (100g havermout/d), drie stevige wandeldagen (voornamelijk Clif bars en graanrepen) en wat luxe-items (thee, chocolademelk, koffie en pindanoten). Dat gewicht is, in combinatie met de ruwheid of het ontbreken van de paden en de hoogtemeters, te zwaar gebleken om lange stukken in looppas af te werken. Eens mijn rugzak terug rond de 10kg zat, of er een duidelijk pad beschikbaar was, ging mijn snelheid opnieuw de hoogte in. De combinatie van zelfvoorziening en gevoel van vrijheid dat je kan ervaren als je kan rennen door de bergen is dus wel mogelijk, maar niet evident bij meerdaagse tochten over ruw terrein (duh!) en gezien het gewicht misschien beperkt tot 3-daagse tochten.

Daarnaast is mijn zoektocht naar de ideale schoen nog niet afgerond. Ditmaal droeg ik de TNF Ultra Endurance, een (voor mij) erg goede, redelijk snel drogende loopschoen met voldoende grip op diverse ondergrond (maar 2x onderuit gegaan op 4d vind ik wel een succes). Gezien de zompigheid van grote delen van de route waren mijn voeten voortdurend nat. Met Injini sokken heb ik gelukkig niet snel last van blaren, maar drogere voeten waren vooral warmer geweest. Er bestaat ook een MT versie van TNF Ultra Endurance die waterbestendiger en het bekijken waard is. Anders wordt het toch een A-wandelschoen waar mee te lopen valt.