Posts tonen met het label Noorwegen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Noorwegen. Alle posts tonen

donderdag 25 augustus 2016

Reinheimen & Sunnmøre 2016

Na Lyngen, de Tromsø Skyrace en het betere stretchwerk is het nu tijd voor het wat minder hoge noorden. Een trekking door Reinheimen gecombineerd met een meerdaagse rondtocht door Sunnmøre, beide gebaseerd op "Bergtochten in Noorwegen" van Jolanda Linschooten. 


Reinheimen
Vanuit Tromsø neem ik het vliegtuig naar Oslo, waar ik een rondreizende Sofie en Oskar ontmoet. Samen rijden we naar Lom, om daar een pint te drinken met een Vlaamse inwijkeling en tevergeefs op zoek te gaan naar de lokale elanden. Onderweg maken we een tussenstop in Lillehammer, waar Noorse meisjes leren vliegen.

Lillehammer
De dag erna zet Sofie me af aan het begin van de tolweg richting Tunga, strik ik mijn veters nog eens goed vast en hoop dat het weer niet al te dramatisch wordt (het schijnt een slechte zomer te zijn, 't was me nog niet opgevallen). Na een uurtje wandelen begint het te regenen, en naarmate ik hoger kom gaat die regen over in sneeuw. Eens ik voorbij Pytbua ben zet ik mijn tentje en muts op en kruip ik lekker diep in mijn slaapzak weg terwijl het buiten waait en sneeuwt (10 augustus, jawel). Rond 5u sta ik even op om te zien hoe het terrein erbij ligt en word ik verwelkomd in een landschap waarin alle kleur ontbreekt.

Het betere Noors zomerweer
Uit het veiligheidstouw dat permanent voorzien is aan de pas tussen Pytbua en Reinheimseter leid ik af dat het hier blijkbaar altijd wat aan de gladde kant is. De laag verse sneeuw helpt uiteraard niet, en met het nodige getouwtrek en geschuif kom ik behoorlijk opgewarmd boven op de pas aan om te zien dat de afdaling er brokkelig, maar wondermooi bijligt. Talus met verse sneeuw? Can do!


Na twee keer tegen dek gegaan te zijn bereik ik veiligere oorden en daal ik verder af tot in Reindalseter, waar ik even binnenspring om een koffie te drinken en een onderlaagje uit te doen. De zon is er zowaar even doorgekomen en de route daalt verder naar het stuwmeer Zakariasvatnet. Iets hoger heb je een kleiner en erg mooi meertje Sildevatnet, waarlangs ik overnacht.

Kamperen langs Sildevatnet
De volgende dag regent het opnieuw zowat de hele tijd, en besluit ik om in Kaldhussaeterhytta te overnachten. Ik loop hier al drie weken met natte voeten rond, eerst in botinnen die niet meer droog geraakten, nu in trailrunners die wel snel drogen maar even rap nat worden, dus hak snel wat hout om alles even te drogen. Tegen dat ik de kachel aangestoken heb, komen er vier vrolijke Noorse wandelaarsters binnen. Ze waren van plan geweest om naar de hogergelegen Danskehytta te gaan, maar zijn halverwege toch maar teruggekeerd wegens de verse sneeuw. Normaalgezien krijg ik niet veel kansen om mijn Noors te oefenen aangezien de weinige noren die ik ontmoet deftig Engels kunnen, maar deze kans is te goed om voorbij te laten gaan. De dames blijken gepensioneerde en geduldige leerkrachten en die avond wordt er vooral traag en netjes bokmål gesproken. Rond 21u komen er nog 4 Zwitserse studentes toe die na een nacht op de camping genoeg hadden van de aanhoudende regen. Het is hun eerste keer in Noorwegen, het huttensysteem kennen ze niet, dus stof tot converseren genoeg.
De dag erna is een korte dag naar Herdalseter, dus ik vertrek pas 's middags in een mislukte poging om tussen de regenbuien door het plateau over te steken. Bij beter weer lijkt het me trouwens erg leuk om boven op dat plateau te kamperen, van waaruit je onder andere Heregga kan beklimmen. Gezien het weer loop ik maar door naar Herdalseter, waar ik in het Grjotdal met zicht op Heregga overnacht.

Grjotdal en Heregga
Van de volgende etape maakt Jolanda Linschooten zich nogal kort vanaf. "Prachtige route" staat er tussen haakjes in de beschrijving. Wat ik die dag te zien krijg zijn gletsjermeertjes, een wat geëxponeerde maar eenvoudige scramble en een graat van +/-500m via de top van de fotogenieke (excuses voor de vele foto's) Holeegga (1569). En dat allemaal voor mij alleen! Laat me dan ook nog mijn loopschoenen aanhebben en een redelijk lichte rugzak, vet! De route tussen Herdalseter en Geiranger staat overigens bekend als de Dronningrutta (dronning = koningin) omdat koningin Sonja hier wild enthousiast over bleek. Mathilde lijkt mij een toffe madam, maar ik zie het haar niet meteen doen. 

Terugkijken op Grjotdal en Herdalseter
Het eerste stukje van Holeegga vanop Bolletehornet
Holeegga
Holeegga
You guessed it: Holeegga
Na Holeegga is het 1567m afdalen naar Geiranger. Ik heb de afgelopen dagen weer erg weinig mensen gezien (buiten de acht dames in Kaldhusseter), maar eens in de buurt van Geiranger is het zonder meer druk. Ik blijf op de eerste camping die ik tegenkom omdat ik vrees dat er op de lager gelegen camping nog een pak meer mensen zullen zijn. De dag erna is een anti-climax van jewelste. Prachtige natuur verkracht door massatoerisme. Een cruiseschip met daarrond kleinere bootjes om de hordes passagiers aan wal te brengen en een stuk of 20 bussen zorgen ervoor dat je dieseldampen inademt in plaats van berglucht terwijl geen van de mensen verder lijkt te gaan dan de parking. Ik begrijp het allemaal niet goed, voel me weeral de vreemde eend in de bijt en twijfel om alvast al zwemmend de fjord over te steken om hier zo snel mogelijk weg te zijn, maar besluit op mijn tanden te bijten en het nog een half uur uit te houden tot tot de ferry naar Hellesylt vertrekt. Hellesylt is gelukkig een stuk rustiger dan Geiranger, waar ik van mijn leven niet terug zal keren.

Geiranger, de dieselgeur beeld je je zelf maar in
In Hellesylt neem ik de bus naar Stranda, om van daaruit een "Ronde van Liasetra" door Sunnmøre te maken. Tegenover het busstation van Stranda is er een G-Sport, waar ik de nodige bevoorrading insla. Ik heb geen geluk met het liften, waardoor de ±15k over asfalt tot Liasetra erbij gewandeld worden. Waar de vallei breder wordt zijn er kampeerplaatsjes genoeg.

De volgende ochtend is het weer abnormaal goed. Blauwe hemel, zon, geen wind, ik weet niet goed wat me overkomt, mijn voeten zijn zelfs droog. En laat ik nu net vandaag aan Slogen passeren. Ik stap Patchelhytta en Slogen eerst voorbij, zet mijn tentje op net boven Isavatnet en ga met een bijna lege rugzak de berg op. Moeilijk of technisch is Slogen niet, en door de populariteit van de route is het allemaal lekker relax en op de top wordt er Noorse en Belgische chocolade uitgewisseld. Met de Skyrace nog vers in gedachten kan ik het tempo moeilijk laag houden en huppel ik de berg weer af, om meteen in mijn privé-meertje te duiken (om er 5 seconden later rillend weer uit te komen, een laagje isolatie zou soms toch welkom zijn).

Uitzicht vanop Slogen
Zicht op Slogen vanuit de tent
Slogen, de tent en het zwembad
De afdaling richting het dorpje Urke gaat via een duidelijk en goed pad. Eens je het pad naar Velleseterhytta opgaat is het duidelijk dat er aan deze kant een stuk minder mensen komen. Hoe hoger je komt, hoe minder het pad is aangegeven, en de pas waar je over moet net voorbij het gletsjermeer is behoorlijk brokkelig. Als de rotsblok waarop ik sta begint te schuiven en met het nodige kabaal 50m lager in het gletsjermeer belandt, bedenk ik me dat ik die helling beter niet diagonaal was overgestoken. Beter is het om tot op het einde laag te blijven, om er dan recht op te klimmen. Een betere route-markering zou hier ook wel nuttig zijn om problemen te vermijden.


Bij de afdaling is het verschillende keren kiezen tussen blokkenvelden of sneeuwvelden. Het is nergens echt steil, dus ik glij vrolijk de berg af richting Velleseterhytta. Het stuk langs het meer is wel wat zoeken, maar de DNT-route is hier dan weer wel goed aangegeven langs de eenvoudigste weg door de talus.


Velleseterhytta
De volgende dag richting Patchelhytta is behoorlijk kort. Op de kaart staat er een pad ingetekend waarlangs je de afdaling tot in Brunstadsetra kan vermijden. Op het terrein is er geen pad te vinden en is het een kilometer bushwacken. Er is wat bewolking komen opzetten vanuit de fjorden, maar eens boven de 500m kom je daar weer bovenuit, wat mooie zichten oplevert. Aan de pas naar Patchelhytta ga ik nog even de schouder van Skardtinden op om een uitzicht te krijgen, zeker de moeite om die extra 200m te klimmen.

Terugkijkend op Brunstadsetra
Bij het afdalen naar Stranda heb ik wat meer geluk met het liften. De bestuurdster draagt Inov-8's, dus na 10sec gaat de conversatie over trailrunnen.
Na een nachtje Stranda (waar ik in de supermarkt een vreemd bier ontdek) neem ik de bus naar Ålesund. Er is maar één camping in de buurt van Ålesund, en laat daar net langs dat weekend een festival doorgaan. De camping zelf is met 180NOK een stuk duurder dan die van Tromsø en ik heb het gevoel dat ik vuiler ben na de douche dan ervoor, dus dat is al geen succes. Het stadje zelf is ook zo overladen van toeristen dat het me eigenlijk dik tegenzit. Het resultaat is dat ik de reis afsluit zoals ik ze begonnen ben, met een nachtje op de luchthaven (gratis wifi en Netflix kunnen al eens leuk zijn na een maand in de bergen). De luchthaven van Ålesund wordt echter wel afgesloten rond middernacht, en het bankje van het buskot is te kort voor mij, zodat ik er uiteindelijk niet beter op vind dan op het grasveld langs de parking mijn slaapzak uit te rollen en daar te slapen.

Belgisch bier met appelsien en koriander?

woensdag 24 augustus 2016

Tromsø Sky Race 2016

Tussen mijn Lyngenavontuur en trekking in Sunnmøre verblijf ik een paar dagen in Tromsø (prima camping met ongelimiteerde douches!), waar de Tromsø Skyrace doorgaat. Er zijn verschillende mogelijkheden, namelijk de Blamann Vertical (2,7k / 1044hm), de Bøntuva tour-race (15k / 770hm), de Tromsdalstinden Skyrace (28k / 2000hm) en de Hamperokken Skyrace (53k / 4600hm). De routes variëren nogal in techniciteit. De meest technische is de Hamperokken, die voor een groot deel gelijk loopt met de wat eenvoudigere Tromdalstinden. Tromdalstinden wordt door de organisatie voorgesteld als een goede introductie tot "sky-running". Mijn ervaring met de Noorse bergen leert me ook dat ik ze best niet onderschat, dus kies ik de Tromdalstinden Skyrace voor mijn allereerste Noorse loopwedstrijd.

Tromsø

Tromdalstinden route


Nummertje en koebel afhalen en me afvragen of dit nu wel weer zo'n goed idee is
Vorig jaar begonnen de Hamperokken en Tromdalstinden bovenaan het skistationnetje van Fløya (rechteroever zeg maar), dit jaar vertrekken beide races in het centrum aan de haven, waarmee de brug tussen Tromsø en Krøken tweemaal overgestoken mag worden en het klimmen en afdalen naar het skistation er bij komt. Om 8u start de Hamperokken, en om 11u mag ik er zelf aan beginnen.
Het eerste deel (0-3) is asfalt, langs de haven, langs twee standbeelden van steeds streng kijkende held Roald Amundsen en de brug over tot je aan de klim naar het skistation komt. De baan is niet afgesloten, zodat er op de brug enkel op het voetpad gelopen mag worden, wat de inhaalmogelijkheden serieus beperkt. En gezien wat er me te wachten staat is dat misschien maar best ook.
Eens voorbij de Ishavskatedralen mag de pret beginnen. Een single trail (3-5) die klimt tot op 671hm waar de kabelbaan toekomt en waar ook de enige bevoorradingspost is (de Hamperokken heeft er nog eentje aan Breivikeidet). Clif bars, water en fruitgels, appelsienen en bananen, chips, chocoladecake en een juichend volkje. Alles wat je nodig hebt om gezwind een berg op te lopen dus.
Daarna is het fjellhoppen geblazen! Bergop en bergaf boven de boomgrens en over kort gras en mos, stenen en een smal pad, met mogelijkheden genoeg om daarbuiten te lopen en je benen los te laten. Vooral de afdalingen voelen aan als pure vrijheid en ik laat mij al lachend in goed Zweeds gezelschap lekker bollen. Wel steeds goed uitkijken voor enkelblessures. Na een volgende klim wordt het terrein steeds rotsachtiger en mistiger (12-15). Na 15km passeren we enkele enthousiaste Rød Kors medewerkers en wegwijzende vrijwilligers op de mistige, winderige, koude, kortweg Noorse top van Tromsdalstinden. Het enige verplichte materiaal is een windstopper, die hier zeker geen overbodige luxe is. Ook blij dat ik twee buffs bijheb. Goed doorlopen om warm te blijven, maar dat is geen evidentie op dit rotsige terrein.

De top van Tromdalstinden

Na de top begint het meer technische gedeelte van de trail, een afdaling van 2k over blokkenvelden, wat ik duidelijk niet gewoon ben. Terwijl ik mij geconcentreerd al lopend / strompelend / wandelend een weg zoek doorheen het blokkenveld (de Zweed waarmee ik naar de top gelopen ben, heb ik alvast niet kunnen bijhouden) word ik langs alle kanten voorbijgehuppeld door vrolijke Noren en Norinnen. Op een bepaald ogenblik vliegt ook Tom Owens, de uiteindelijke winnaar van de Hamperokken, mij in datzelfde blokkenveld voorbij aan een snelheid die ik eigenlijk niet voor mogelijk hou op dit terrein. Zien is geloven, maar toch. Tijdens de steile afdaling komen we terug onder de wolken waardoor we zicht krijgen op het Tromsdal. Te mooi om niet te pauzeren en een fotootje te nemen, maar het lopen is hier veel te leuk om niet te willen vliegen (nu ja, er is nog wel wat werk aan mijn techniek om daarvan te kunnen spreken).

De afdaling met zicht op Tromsø
Na het blokkenveld is het steil afdalen op een steviger pad dat steeds zompiger wordt naarmate ik opnieuw dichter bij het skistation kom, waar ik onder luid ge-"heia-heia" en koebelgerinkel toekom. Toch een traantje wegpinken na die inspanning en gastvrijheid in zo'n weidse natuur. Ah, Norge, jeg elsker deg! Mijn plattelandsquads zijn van het vele afdalen behoorlijk moe maar laten me gelukkig niet in de steek. Het vervolg loop ik quasi alleen, terug naar beneden, de brug opnieuw over en langs de haven, waar ik (heia-heia!) na goed 4u34 op 33k over de finish loop. Niet meteen een podium-plaats, maar ik ben best tevreden met mijn tijd, hoewel dat er in zo'n terrein helemaal niet toe doet. De high-five en stralende lach van Emelie Forsberg (en een bakske pasta) krijg ik er gratis ende voor niks bij.

En volgend jaar? Hamperokken!

dinsdag 23 augustus 2016

Lyngen 2016

Intro: "Be Water"

Bij lange afstandslopen is het belangrijk om een mantra te hebben waarop je je kan concentreren wanneer het even moeilijk gaat. "Be water" vind ik wel een mooie. Soepel en gezwind bergop, vloeiend weer bergaf. Meewerken met het terrein zonder te forceren. Wat een contrast met hoe het er vandaag aantoe gaat. Huffend en puffend strompel ik over het zoveelste schuin aflopende blokkenveld. Steenblokken in alle maten en vormen, de ene al wat losser dan de andere, al dan niet voorzien van een glibberig laagje mos. Wat verder gaat het steenveld over in een berkenbosje. Dat wordt weer bushwacken! Varens tot boven heuphoogte waardoor je de omgevallen boompjes en afgebroken takken op de helling niet ziet en eerder op de tast doorstapt en uitglijdt dan met vaste tred werk maakt van deze etape. Ik ben aan mijn zesde dag bezig in deze Lyngen-trek, en het is een van die momenten waarop ik me afvraag wat ik hier in hemelsnaam doe. Eén worden met de natuur? Laat me nu maar even één worden met een pizza, een choufke en mijn zetel. Om 8u begonnen, en het is nu 14u. Ik ben dus al 6u bezig, en de kaart zegt me dat ik nog maar 9km gedaan heb. Stevig tempo Merv, houden zo! Gelukkig is hier aan prachtige kampeerplekjes geen gebrek zodat het geen drama is als ik wat achter geraak op schema. Wat verder kom ik aan het meer Jægervatnet waar ik een eindje langs loop. Opnieuw is er geen pad te zien, en wanneer ik wat later languit in de beek beland die zich verplaatst om door mijn mouw te stromen heb ik er even genoeg van. De eerstvolgende halte, aan Jægervasshytta, ga ik overnachten. Ik zou het niet erg vinden om eens binnen te slapen, al was het maar om mijn schoenen en kleren te kunnen drogen. Maar laat het nu de eerste keer zijn dat ik een DNT hut tegenkom die op slot is. Misschien moet ik toch maar eens een DNT-sleutel zien te bemachtigen? Nadat ik mijn tent heb opgezet word ik me pas bewust van hoe mooi het hier is, en besluit ik even het meer in te springen en het zweet en de platgeslagen muggen van mijn lichaam te krabben. Het water is warmer dan ik dacht, en hoewel het harder begint te regenen en niet bijzonder warm is, kan ik niet anders dan hier ten volle van genieten. Believe it or not, ik heb het hier geweldig naar mijn zin.

Jægervatnet

Dag 1 (aantal wandelaars: 1)

Aangezien het ok is om in de zetels van de luchthaven van Tromsø te overnachten (slaapzak in handbagage) is het geen probleem dat mijn bagage door een nipte aansluiting in Oslo pas de volgende ochtend toekomt. 's Ochtends laat ik wat wandel- en loopmateriaal achter op de camping in Tromsø, ga Real Turmat kopen in het stadscentrum (trekkingmaaltijden zijn te o.a. verkrijgen in GoSport, XXL of bij de toeristische dienst), en na wat zoeken vind ik ook rødsprit voor mijn Trangia (de verfwinkel onder GoSport blijkt er te hebben). Om 16u zit ik op de bus naar Nordksjosbotn, waar ik om 17u in de gietende regen mag uitstappen. Ik wandel nog een km of twee samen met een Belgische die de autostrade zal volgen naar Kilpisjärvi, alvorens zelf het bos in te gaan. En vanaf daar mag de pret beginnen. Een duidelijk pad is er niet, en van het eerste beekje dat ik tegenkom peins ik er zelfs niet over om dat hier al over te steken. Behoorlijk nat kom ik boven op het plateau aan, en voel me na 2u stappen al uitgespuwd door het Hoge Noorden. "Velkommen til Norge!", 't zal wel zijn.


Bovenop het plateau aangekomen verdwijnen de weinige dierenpaden die ik bergop kon volgen, en is het zelf de route bepalen. Gelukkig zijn de wolken wat hoger, zodat ik al verwend word met een eerste uitzicht. Aangezien ik behoorlijk nat ben, besluit ik in de open hut aan het meertje Gurgela te overnachten. Het interieur is eerder minimalistisch, hout is er niet om de kachel aan te steken (en gezien de toestand van de schoorsteen lijkt me dit sowieso een slecht idee), maar klagen doe ik hier niet. Al helemaal niet wanneer de wolken heel even openschuiven en ik een zicht krijg op Storvastinden, die met 1366m toch een goeie 900m oprijst boven de hut. Ronduit indrukwekkend.

Gurgela
Gurgela

Dag 2 (aantal wandelaars: 0)

Vandaag mag ik vier riviertjes doorsteken. Door de regenval van de afgelopen dagen lijkt het water me hoger te staan dan normaal, en is het telkens een kwestie van schoenen en broek uit en sandalen aan alvorens over te steken. Blij dat ik mijn wandelstokken bijheb om me overeind te houden in de stroming. Het is al moeilijk genoeg om droog te blijven in de regen, maar het regelmatig half uit- en aankleden helpt hier niet aan. Gelukkig zijn er voldoende muggen om het tempo erin te houden. Om de muggen te vermijden zet ik mijn tentje wat hoger op, met zicht op een mini-gletsjertje en een open moor-landschap. Wat later komen er een tiental rendieren langs. Zo tam als in Jotunheimen zijn ze hier niet, maar je krijgt ze hier wel te zien.



Dag 3 (aantal wandelaars: 2)

Gezien de waterstand besluit ik een omweg te maken langs de brug in Elvevoll om Storelva niet te moeten doorwaden. Wanneer ik aan die brug aankom ben ik blij met mijn keuze, ik ben er niet zo zeker van of het hogerop goed gekomen zou zijn. Nog een beregende klim tot op het plateau, dan oversteken en afdalen naar het dorpje Furuflaten (waar hond Marcus op de loop blijkt, achterna gezeten door een woest uitziende Noor en iets minder woest uitziende Norin), waar ik langs de rivier overnacht, opnieuw met een geweldig uitzicht. Het weer is een stuk beter geworden, af en toe druppelt het wat, de wolken hangen rond de 1000m en het is een tiental graden. Noors zomerweer dus.

Dag 4 (aantal wandelaars: 0)

Steil klimmen op een glad pad langs een zijrivier van Lyngdalselva. Eens boven de boomgrens (300-400m) een groots uitzicht naar het westen op  Jiehkkevárri, met 1834m de hoogste top van Troms, en naar het oosten terugkijkend op Lyngdalselva en Furuflaten. Daarna een bergpas tot op +/- 1000m die, gezien de noorderbreedte, erg arctisch aanvoelt. Buiten wat korstmossen groeit hier dan ook niets. De mist komt opzetten en ik verlies veel tijd met een onnodige en moeilijke afdaling naar Myrvatnet. Zelfs met kaart, kompas en GPS is het hier voortdurend goed opletten.

Jiehkkevárri

Lyngdalselva

Mist
Rendier in mist

Dag 5 (aantal wandelaars: 0)

Lange afdaling naar Lyngseidet, waar een supermarkt schijnt te zijn. Jammer genoeg merk ik aan de kerkgangers dat het zondag is en blijkt het in Lyngseidet ook geen toeristisch hoogseizoen te zijn. Gelukkig is het benzine-station wel open zodat ik toch een brood en wat kaas kan kopen. Na Lyngseidet is het klimmen tot op een bergpasje van ±500m, waar ik tussen de stenen langs de gletsjer kan kamperen.

Dag 6 (aantal wandelaars: 0)

Een lange en trage wandeling naar Jægervasshytta, zie intro.

Dag 7 (aantal wandelaars: 0) 

Volgens de routebeschrijving zou dit een eenvoudigere dag moeten zijn. Ik weet niet hoe vlot de auteur van de routebeschrijving aan fjellhoppen doet, maar voor mij duurt dit toch allemaal net iets langer, wat niet mijn gewoonte is. Een heel eind door een schuin aflopend berkenbos, gevolgd door een gladde en steile klim langs Bjørndalen. Ik kom rond 21u aan op de geplande kampeerplaats, en heb er daarmee een erg mooie en even zware wandeldag van +/-12u opzitten. Goed dat het hier niet donker wordt. Die nacht droom ik van afgeborstelde GR-Alpenpaden.




Dag 8 (aantal wandelaars: 0) 

Ik blijf zo lang mogelijk boven Storvoll om niet in het bos terecht te komen (het bushwacken van de afgelopen dagen heeft me wat getraumatiseerd), en kom zo na een twee-tal uur aan in Andersnes, een gehucht waar ook een supermarkt en openbaar vervoer naar Tromsø zou moeten zijn. De supermarkt ligt echter aan de andere kant van de fjord dan op de kaart vermeld staat, en de winkel die wel aan deze kant is gaat pas open vanaf 18u. Ik ben ook niet zeker waar ik de boot naar Tromsø kan nemen, dus haal mijn beste Noors boven en stap af op een groepje werkmannen die het "Lyngen Havfiske og Tursenter" van wat nieuwe planken aan het voorzien zijn. Finnen, zo blijkt, dus toch maar Engels. Ze hebben zelf geen weet van een boot, maar Arne, ja, die zal het weten. Arne is een geboren en getogen Lyngenaar, met wie het goed Norsk snakkeren en koffie drinken is. Hij weet zelf ook niet zeker waar en wanneer de boot naar Tromsø komt, maar vanuit Svensby, ja, daar kan je de bus wel nemen. En dat is slechts 40km de andere kant uit. Maar misschien weet Bent, Arnes broer en eigenaar van het Tursenter, het wel! Enfin, tegen de middag heb ik iedereen in het gehucht ontmoet, koffie gedronken met Arne en Bent, gemerkt dat ik toch maar helemaal niets van dat Nynorsk begrijp, een lift naar Svensby gekregen van Arne en mijn bokmål Norsk uitgebreid kunnen oefenen. Ik blijf erg onder de indurk van het feit dat er mensen wonen in dit klimaat. Volgens Arne valt het nogal mee, en wordt het hier "slechts" -20gr in de winter. Bovendien is het hier geweldig skiën, zoals o.a. Willem-Alexander der Nederlanden zou kunnen getuigen. Liften zijn er niet, dus het moet wel sportief zijn.
Met de boot vanuit Svensby en de bus vanuit Breivikeidet ben ik 's avonds terug op de camping in Tromsø, waar de douches heerlijk warm, onbeperkt en proper zijn. Voor 130NOK per nacht per persoon valt me dat erg mee. De volgende dag is een welkome rust en wasdag. De toestand van mijn voeten baart me wel wat zorgen. Gezien het terrein heb ik gekozen voor botinnen, maar die zijn het merendeel van de reis nat gebleven, waardoor mijn voetzolen er wel erg verrimpeld uitzien, maar vooral ook pijnlijk aanvoelen. En over twee dagen doe ik mee met de Tromsø Skyrace, een loopwedstrijd van ±30k met 2000hm over Tromdalstinden. Als dat maar goed komt!


Praktisch

Lyngen Halvøya is een schiereiland (øya = eiland, halvøya = schiereiland) iets boven de poolcirkel, en vanuit Tromsø goed bereikbaar met de bus. Tromsø is dan weer vlot bereikbaar vanuit Brussel met tussenstop in Oslo. Mijn vlucht uit Brussel vertrok bv om 19u en tegen middernacht ben ik in Tromsø. De bus naar Nordksjobotn (een van de dorpjes net ten zuiden van Lyngen) rijdt meerdere keren per dag en doet er een uurtje over. Met wat plannen kan je dus 's avonds in België vertrekken en tegen de middag erop starten aan je wandeling. Terugkeren uit Nordlenangen is minder evident gebleken. Ik ben zelf terug tot in Svensby geraakt, waar ik de ferry en bus terug kon nemen naar Tromsø. Er zou wel tweemaal per week een ferry uit Tromsø tot in Nordlenangen komen.

Er zijn weinig tot geen paden op Lyngen (wel zijn er regelmatig schapen- en rendierpaden die het lopen flink vereenvoudigen), bruggen ontbreken veelal, maar er staat hier en daar wel een primitief hutje waar je gratis kan verblijven. Het schiereiland wordt ter hoogte van Lyngseidet bijna in twee gesneden. Ten zuiden daarvan loopt de route aan de oostkant, daarna aan de westkant. De route is (summier) beschreven in het enige mij gekende engelstalige boek over Lyngen (The Lyngen Alps - Skiing / Climbing / Trekking; Fri Flyt AS), en voorziet acht dagen. Ik heb er de eerste zeven van gedaan, omdat de laatste vooral over asfalt loopt en dezelfde route terug volgt. Ik weet van mezelf dat ik een behoorlijk stevig tempo heb, maar had er gerust tien dagen over kunnen doen. In Lyngseidet is er een supermarkt (gesloten op zondag) en benzinestation (open op zondag, hoera!). De hoogteverschillen en dagelijkse afstand vallen op papier erg mee, maar het ontbreken van routes of paden en het frequent oversteken van riviertjes zorgen ervoor dat de route zowat de zwaarste is die ik al gedaan heb.

Lyngen

Conclusie

Een geweldig mooie trekking, die voor mij op de grens zit tussen een wandeling en een avontuur. De route is nergens aangeduid, dus een goede kennis van navigatie is zonder meer noodzakelijk. Op open terrein zijn er regelmatig schapen- of rendierpaden, maar even vaak is het volledig cross-country. Vooral de steenvelden, de hoeveelheid bushwacken en het oversteken van riviertjes halen het tempo serieus omlaag.
Dat gezegd zijnde, je loopt van het ene grootse uitzicht op een gletsjer of fjord naar de andere geweldig mooie vallei. Door het gebrek aan paden, bruggen, hutten en andere wandelaars heb je zowat voortdurend een echt wildernisgevoel, terwijl Lyngen best vlot bereikbaar is vanuit België. Gezien de hoogte van het terrein, en de bewoning langs de fjorden, is de gsm-dekking ook verrassend goed.
Als ik nog even op Yanicks vraag (zie vorige post) mag terugkomen welke route ik zou aanraden, moet ik nu wel de Lyngen Trek antwoorden. Maar begin er niet aan zonder idee wat je te wachten staat. Maak het niet je eerste meerdaagse trekking of eerste reis in Noorwegen (of laat me zeker weten hoe het afgelopen is). Zorg voor een degelijke conditie en ervaring om, ook als het slecht weer is, je plan te kunnen trekken. Anders wordt het dikke miserie vrees ik. Maar als je op zoek bent naar een niet-afgeborsteld en geweldig mooi natuurgebied, waarin je op je ukkie kan genieten van zowat alles wat Noorwegen te bieden heeft, is dit een echte aanrader.

zaterdag 18 juli 2015

Nordkallotleden 2015

Ever since reading "Nooit meer slapen" (translated in English as "Beyond Sleep") by W.F. Hermans (on midnight sun, mosquitos and nihilism) I've been curious about Finnmarken and the northern part of Scandinavia. Kungsleden will be up some day, but I first set my eyes on Nordkallotleden, which starts a bit farther north. The complete path is 800km, of which I walked the first 200 from Kautokeino to Kilpisjärvi as this seemed to provide some overview of the far north. I've arrived in Alta by plane, where a daily bus leaves to Kautokeino (according to the bus driver, it gets as cold as -50 in winter, glad it's summer).
The thriving city Kautokeino
The first part, from Kautokeino to Nedrefosshytta, crosses open and rather flat landscape on ±300m elevation. Very swampy walking with an endless horizon. Not spectacular at all, which made the sense of emptiness all the more impressive.
Muddy / watery path

It had been about 10 years since I've worn proper leather walking boots as these seem overkill for the vast majority of walks I do. I also seem unable to keep my feet dry during a trek, so I might as well wear shoes that dry out quicker than boots which take forever to get dry again. However, because of the swamps, amount of snow and river crossings I was expecting, I opted for boots again. After about 5km from the start, I already switched to my Vibram Fivefingers as there was no way I could've kept the boots dry. The going is slower on VFF's, but oh so nice not needing to stop every minute to look for a possible crossing and fretting about dry feet (just jump in!). Another note on gear: I usually don't use hiking poles, but was very glad I brought them along, they sure make river crossings a whole lot easier. Whilst we're in the practicalities section, I might as well add that the warnings on mosquitos are not something to ignore. They hunt in packs and will find you. Mosquito spray (I used DEET) and headnet are no less than necessary.

Only way to keep boots dry is by not wearing them
At least there's a bridge on this one
Careful when crossing the road between Kautokeino and Bidjovagge
Somewhere in Lapland

Near Aitevarri
A bit of route-finding was needed, but doable without taking boots of
The second section of the path goes through Reisadalen, from Nedrefosshytta to Saraelv. If I picture Alaska or BC, this is more or less what it looks like. And if I'd ever expect to encounter bears in Norway, this would be the place (I got my mosquito spray at hand, just in case). The path from Nedrefosshytta to Saraelv is only ±30k, but it took me two days to get through this tangled jungle of ferns, rivers, ferns, bushwhacking, rivers, and some more ferns. Though going, so slow the mosquitos could keep up with my pace and had quite the feast. I didn't notice it stopped raining as the valley held all the moisture anyway. I believe packrafting would be a good alternative for this part, although I don't have any experience with this (yet).
Start of Reisadalen
Near Nedrefosshytta
Ferns. Lots of ferns.
Mollisfossen, Reisadalen
Flooded path
Another great camp-site
Wouldn't have minded a bridge here 
From Saraelv to Kilpisjärvi the path crosses a plateau, which includes Halti, the highest point of Finland at 1325m. The first days on the vidda where very quiet and outstanding walking. I decided to spend a night inside in Somashytta to get all my gear dry again. Later that evening, Nick, a British hiker, arrived in the hut as well. He also started out in Kautokeino, but was going to spend an impressive 2 months hiking, first along Nordkallotreitti, then along Kungsleden (Nick, should you read this while still on your way, god tur!). Good talking about gear and the great outdoors, which continued the next day on the way to Pihtsusjärvi (conversations on sleeping bags, stoves and places no one has ever heard of can continue quite a while).
Gnarly tree
Above Saraelv, view on Reisadalen

View on Buntadalen


Distances between huts, tent is advisable

Ice ice ice cold water, I guess it's good for blood circulation

Midnight sun at Somashytta
Somashytta
At border between Norway and Finland, nothing to declare
Pass between Kobmajoki and Pihtsusjärvi
Pass between Kobmajoki and Pihtsusjärvi
Nick and me (and photobombing mosquitos)
I stayed at Pihtsusjärvi as I was going up Halti the next day, so said goodbye to Nick. Halti, being the highest point in Finland, is quite popular. Water planes land daily on the lake at the second nearest hut, Pihtsusjärvihytta, or you can get there by helicopter so you don't have to walk two days from Kilpisjärvi. Although I'm all in favor of people going to the mountains (I strongly believe it's good for mental health) I don't understand why someone would go there and bring loads of alcohol with them, it seems to be missing the point I guess. As I was the only non Finnish person at the hut (and the present Fins didn't speak English that much, whereas I'm no expert in Finnish), I spent the evening in my tent instead of at what seemed to grow into a party and lasted till 3am (not that I was kept awake, oddly Fins seem to party quiet). That said, I did enjoy the beer I got. The next morning I went up Halti through a lot of snowfields and had the summit all for myself.
Pihtsusjärvi
Pihtsusjärvi
Lots of snowfields on Halti

Last part of the ascent of Halti
Guest book on summit
Obligatory selfie on Halti summit
View from Halti summit
Back at Pihtsusjärvi
The final part, from Pihtsusjärvi to Kilpisjärvi goes through open mountain landscape. Near the huts I met quite some people (got another free beer), but once I got past what I considered "the crowd", it was back to solo-hiking. On the last evening, I pitched my tent near the final pass (just before descending to Saarijärvi), with a enormous view looking south on Finland, Sweden and Norway and all it's mountains. Most likely one of the best camping spots I've had so far.



Final campsite
Beer in the fridge
Arriving in Kilpisjärvi
From Kilpisjärvi I took the bus to Tromsø, the route passes along Lyngen and other inviting landscapes, I arrived in Tromsø not quite done with walking and planning the next trip. After visiting the Polar Museet (including instructions on how to hunt seal cubs) and spending some time with camping-neighbour Marjo (a Finnish ultra-running girl with an Australian accent, solo-cycling to Senja who gave a much needed positive twist on my feelings towards the Fins, kiitos for that!) I took the plane home.
Tromsø